ROB Regionale Organisatie Beroepspraktijkvorming
De stagebureaus van de scholen MBO Amersfoort, ROC Midden Nederland, Hoornbeeck College en de Hogeschool Utrecht werken samen in de organisatie voor stageplaatsen. Zij doen dit voor de opleidingen Verpleegkunde (hbo-v en mbo-v BOL) en Verzorgende Individuele Gezondheidszorg (VIG). Voor de leerbedrijven is er op die manier maar één systeem voor de matching. De beschikbare BPV-plaatsen worden daardoor maximaal benut.
Deze website is bedoeld voor zorgorganisaties/leerbedrijven en voor de directe begeleiders van studenten Verpleegkunde (hbo-v en mbo-v) en Verzorgende Individuele Gezondheidszorg (VIG) in regio Midden Nederland.
U kunt stageplaatsen opgeven binnen de ‘BPV-Plaza’, rechts bovenin deze pagina. Als de plaatsingen rond zijn, kunt u de studentgegevens ook ophalen in BPV-Plaza. Neem contact met ons op voor het verkrijgen van een inlogcode en instructies.
Vanuit de ROB kijken medewerkers van de verschillende scholen graag met u naar de mogelijkheden voor stageplaatsen en nieuwe samenwerkingsmogelijkheden. Wij komen graag bij u langs om stagemogelijkheden te bespreken.
Erkenning SBB
Leerbedrijven hebben een erkenning nodig om mbo-stagiairs te mogen opleiden binnen hun instelling of bedrijf. Om een erkend leerbedrijf te worden, dien je een aanvraag in bij het Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB). Voor het hbo geldt dat bedrijven zonder erkenning stage-aanbieder kunnen zijn, ze worden wel op de aanwezigheid van bepaalde begeleidingseisen gecheckt.
Begeleiding en examinering: Zie bij de individuele scholen voor aanvullende schoolspecifieke eisen aan de begeleiding
Algemeen hbo: Uitgangspunt is dat in elke zorgorganisatie een hbo-verpleegkundige aanwezig is die rolmodel kan zijn voor de student. Directe begeleiding verschilt per stage zie stagebegeleiding HU. Kijk voor trainingen hbo trainingen hbo studenten voor werk en praktijkbegeleiders
Algemeen mbo: de student wordt op de BPV-plek begeleid door een praktijkbegeleider met minimaal hetzelfde opleidingsniveau als het opleidingsniveau van de student. (Uitzondering daarop zijn de 1e en 2e jaars VP studenten, die ook door VIG-ers begeleid kunnen worden, indien er een VP-er in huis is.) Daarnaast gaan we ervan uit dat de praktijkbegeleider voldoende tijd en ruimte kan maken om de stagiair te begeleiden en te beoordelen (tijdens examenonderdelen gebeurt dat door een assessor die in het examinatorenregister staat. Het is tevens belangrijk dat er een veilig leerklimaat wordt gefaciliteerd. Trainingen kunnen daarbij helpen:
(Online) trainingen van de scholen
Contactmomenten: Vanuit de MBO opleiding zullen er standaard drie contactmomenten worden afgesproken. Bij aanvang van de stage, halverwege (tussenevaluatie) en aan het einde van de stageperiode (eindevaluatie). Eén van die contactmomenten vindt fysiek plaats, op de locatie van het leerbedrijf. De stagebegeleider, de begeleider vanuit school en de student zijn daarbij aanwezig. De andere twee contactmomenten kunnen bijvoorbeeld telefonisch of via beeldbellen.
Begeleiding studenten die extra aandacht nodig hebben: Sommige studenten hebben een individueel begeleidingsplan, waarin extra hulp en ondersteuning is afgesproken. Dit kan betrekking hebben op de BPV. In dat geval zal de school samen met de student en de BPV-instelling de extra ondersteuning bij aanvang van de stage afstemmen.
Tips voor MBO studenten: het landelijke BPV-handboek voor de begeleiding van mbo-studenten met extra ondersteuningsbehoefte.
Passende leer/werksituaties: Op de stageplaats is er sprake van werksituaties die passen bij het opleidingsniveau en leerjaar van de student, om rollen en competenties op het vereiste niveau te ontwikkelen.
Inzet van studenten: Voltijd en deeltijd stagiairs worden boventallig ingezet en maken geen onderdeel uit van de formatie. In principe wordt er geen stage gelopen in de werksetting waar de student ook een vakantie- of (bij)baan heeft.
Inzet in diensten: Inzet van stagiairs vindt plaats in verschillende diensten, in overleg en binnen de CAO- en wettelijke normen. Stagiairs worden niet ingezet in nachtdiensten en gebroken diensten. Lees hier eventueel meer over in de eigen cao, of hier.
Opdrachten en tijd voor opdrachten: Studenten bieden de praktijkbegeleider inzage in de opdrachten en zorgen eventueel voor een exemplaar van de opdrachten.
Studenten overleggen met de praktijkbegeleider over de tijd die zij binnen werktijd mogen besteden aan het maken van opdrachten. Het is redelijk dat studenten hiervoor tijdens werktijd enige tijd aan kunnen besteden, omdat het hun inzicht in de taken en verantwoording van hun leerproces ten goede komt.
Eindverantwoordelijkheid: De werkzaamheden worden verricht onder verantwoordelijkheid van het leerbedrijf en onder begeleiding van de praktijkbegeleider van het leerbedrijf en de docent/coach van de opleiding.
Alleen studenten die stage willen lopen binnen de vastgestelde regio’s, worden gematcht (zie voor de regio’s de hoofdpagina van de individuele scholen). Studenten die daarbuiten stage willen lopen, gaan zelf op zoek naar een stageplaats.
Onder de mbo studenten worden de branchevoorkeuren voor stages geïnventariseerd. Daarnaast hebben de stagebureaus via de leerbedrijven en de BPV-Plaza beschikbare stageplaatsen doorgekregen. Het stagebureau gaat vervolgens aan de slag met de matching hiervan.
De student neemt het initiatief tot het aanvragen van de overeenkomst bij de eigen onderwijsinstelling. Voor aanvang van de stage dient de digitale praktijkovereenkomst (POK/DPO) te zijn ondertekend door de onderwijsinstelling, de student en het leerbedrijf.
De verantwoordelijkheid voor het aanvragen van een VOG ligt bij het leerbedrijf. Aan een VOG zijn kosten verbonden; we roepen leerbedrijven op deze onkosten voor de student te vergoeden.
Studenten dienen zelf zorg te dragen voor een verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid (WA). Studenten kunnen dit bij hun ouders/verzorgers navragen of zelf regelen. Door het ondertekenen van de POK (Praktijkovereenkomst) door de student, de school en het stagebedrijf zijn studenten tevens WA-verzekerd via de onderwijsinstelling onder de voorwaarden van de POK/DPO. Dit vervangt dus echter niet de WA-verzekering van de student zelf. Ook de leerbedrijven dienen stagiairs aan te melden voor een dergelijke, eigen verzekering. Lees eventueel meer hierover in de voorwaarden van de POK/DPO.
De verantwoordelijkheid voor wel of niet vaccineren ligt bij de student (en in geval van minderjarigheid ook bij de ouders). De scholen respecteren een ieders mening over vaccinatie en nemen ten aanzien van vaccinaties geen standpunt in. Vragen over vaccinaties? Vraag de GGD, het Regionaal Stagebureau op de Maatweg of het BPV-bureau van de betreffende school.
Vaccinatie hepatitis B
Door de aard van bepaalde werkzaamheden loop je een verhoogd risico op besmetting met het hepatitis B-virus, dat een ernstige leverontsteking kan veroorzaken die chronisch kan worden. We raden je dringend aan om je tegen hepatitis B te laten inenten. Sommige BPV-bedrijven stellen dit zelfs verplicht. De Hogeschool Utrecht, ROC Midden Nederland en MBO Amersfoort hebben een eigen vaccinatieprogramma hiervoor, veelal aan het begin van het schooljaar. Studenten krijgen hier bericht over.
Voor ziek- en herstelmelding van ziekteverzuim dient de student zelf zorg te dragen, volgens de bij de organisatie geldende regels. De student dient ook direct de opleiding van de ziek- en herstelmelding op de hoogte te stellen. Indien sprake is van verzuim door andere omstandigheden dan ziekte, dan meldt de student dit aan de praktijkbegeleider en de opleiding.
De zorg verandert en daarmee de stageplaatsen ook. De ROB is steeds opzoek en in gesprek over de veranderingen in de zorg en wat dat betekent voor het onderwijs, de BPV-opdrachten en de organisatiestructuur van de BPV. Voor vernieuwing in de stageplaatsen starten we daar waar mogelijk samen met de betrokken zorgorganisaties en onderwijsinstellingen pilots en projecten. Neem contact met ons op als je hierover wilt sparren.
Daarnaast wil de ROB zich inzetten voor het verbinden van stagebedrijven en scholen en het versterken van de samenwerking. De ROB organiseert daartoe bijvoorbeeld netwerkbijeenkomsten. Op de homepage van deze website vindt u zowel de activiteiten van de ROB terug, als de activiteiten van de individuele scholen gerelateerd aan de VP/VIG opleidingen.
De ROB zet zich ook in voor een optimale kwaliteit van de stageplaatsen. Via structurele evaluaties onder de studenten, monitoren we de positieve en minder positieve ervaringen en gaan indien nodig het gesprek aan met de praktijkinstellingen.
Ook bevragen we praktijkorganisaties structureel hoe zij de samenwerking met de scholen ervaren en waar nodig worden verbeteringen voorgesteld. De samenwerking tussen praktijkinstellingen en de scholen blijkt namelijk een belangrijk onderdeel van de stagekwaliteit.
De ROB werkt daarnaast ook samen met werkgeversorganisatie Utrechtzorg en SBB voor verbeteringen van de BPV.
De deelnemende mbo scholen verbinden zich aan het landelijke Stagepact mbo 2023-2027.
In het Stagepact staan afspraken om er samen voor te zorgen dat alle studenten een stage krijgen met de juiste begeleiding en goede randvoorwaarden. De doelstellingen:
- verbeteren van stagebegeleiding;
- uitbannen van stagediscriminatie;
- zorgen voor voldoende stages;
- bieden van een passende vergoeding.
Het stagefonds Zorg is voor zorginstellingen die stages aanbieden aan studenten. Met het stagefonds kunt u studenten mogelijk meer stageplaatsen aanbieden en de stagebegeleiding verbeteren. Kijk op de site van het stagefonds voor de voorwaarden en op de site van SBB.